Beenlengteverschil

Bij een beenlengteverschil (BLV) is het ene been langer dan het andere been waardoor er een bekkenscheefstand ontstaat. Veel mensen hebben een verschil in beenlengte zonder hiervan op de hoogte te zijn omdat ze geen klachten ervaren.

Beenlengteverschil

De linker twee figuren hebben even lange benen. Hierdoor staan de knieën, het bekken en de schouders horizontaal in balans.

Het rechter figuur heeft rechts een korter been. Hierdoor staat de knie lager (1) zakken de heup en het bekken (2) en zou ook de schouder mee moeten zakken. Onbewust wordt als correctie de schouder opgetrokken (3). Door dit optrekken ontstaat een scoliose, een zijwaartse kromming in de wervelkolom. De ontstane lichaamshouding geeft een (ver)grote spierspanning in de gehele rug, de schouders en de nek. (Lage)rugpijn, schouder/nekpijn en/of hoofdpijn kunnen het gevolg zijn. Op langere termijn kan artrose (slijtage) in de rug, knie en/of heup ontstaan.

Oorzaken voor beenlengteverschil

Mogelijk is er al langere tijd sprake van een lengteverschil in de benen, maar zijn er nooit klachten ontstaan. Beenlengteverschil kan ook aangeboren zijn. Door een zwangerschap/bekkeninstabiliteit of trauma kan het zijn dat de klachten niet verminderen omdat het verschil in beenlengte de klachten in stand houdt.

Na een operatie waarbij bot of bindweefsel vervangen wordt, zoals een nieuwe heup of vervanging van de meniscusschijf kan ook een verschil in beenlengte optreden. Dit levert veelal in een relatief korte tijd pijnklachten op, omdat van de ene dag op de andere het been langer is.

Daarnaast wordt lengteverschil in de benen regelmatig bij kinderen gezien, omdat benen niet tegelijkertijd groeien. Hierbij groeit het ene been meer dan het andere. Meestal trekt dit bij in de volgende groeifase, waarbij het kortere been weer meer groeit dan het langere been. Uiteindelijk staat alles weer gelijk aan het eind van de groei.Wanneer er geen klachten zijn in de voeten, knieën, heupen of rug is een behandeling niet altijd noodzakelijk.

Afwijkende voetstanden of botstructuren (eenzijdig X- of O-been) kunnen ook een beenlengteverschil geven. Bijvoorbeeld als een voet platter is of meer naar binnen zakt dan de andere voet, geeft dit in stand en bij het lopen een verschil in lengte waardoor het bekken scheef komt te staan en ook een scoliose tot gevolg kan zijn.

Symptomen van beenlengteverschil

Door lengteverschil in de benen kunnen er klachten ontstaan in het bewegingsapparaat, hierbij kunt u denken aan voeten, knieën, heupen en (onder)rug.

Wat kan Podotherapie Bremer voor u betekenen?

Bij een relatief klein verschil in beenlengte zal het lichaam zich hierop aanpassen. Afhankelijk van de grootte van het verschil van de benen en of er klachten zijn ontstaan kan er gedacht worden aan een hakverhoging en/of een podotherapeutisch zool.

De podotherapeut bekijkt of het nodig is om een hakverhoging/podotherapeutische zool in de schoen te doen. Dit is afhankelijk van de benodigde hoogte. Er kan tot maximaal 1-1,5 cm iets in een schoen geplaatst worden. Wanneer de compensatie groter moet zijn, kan de schoenmaker een hakverhoging onder de schoen plaatsen. De podotherapeut zal u adviseren over de hoogte van de compensatie.

Het komt vaak voor dat er sprake is van een relatief verschil in beenlengte. Dit betekent dat het lijkt alsof het ene been langer is dan het andere, echter is dit in werkelijkheid niet zo. De podotherapeut zal tijdens het onderzoek letten of bijvoorbeeld het bekken wel goed beweegt of dat de ene voet meer naar binnen zakt dan de andere. Wanneer dit het geval is moet dit probleem worden aangepakt en is een hakverhoging in veel gevallen niet nodig.